De medische missie in kamp Mavrovouni

Maart 2022 - Lesbos - Irma Marissink

Er meldt zich een jonge vrouw in de kliniek. Het is een koude avondshift met veel wind en regen. Ik begeleid haar naar de hospitainer waar het aangenaam warm is. Ze vertelt dat ze al jaren klachten heeft van haar benen. Vooral haar knieën zijn pijnlijk. Vanavond bereikten de pijnklachten een hoogtepunt. Helaas kunnen we niet veel meer voor haar doen behalve het aanbieden van passende oefeningen en wat paracetamol. Fysiotherapie is zeker geïndiceerd maar helaas niet mogelijk. Een paar uur later in dezelfde shift zie ik haar weer. Ze is nu samen met haar partner. Ze zit wat verdrietig ineengedoken op een bankje. Ik zie dat ze een wond op haar onderbeen heeft en vraag in gebarentaal hoe dit is gekomen. Ze blijft wat afwezig. Op mijn vraag of ze dit zelf heeft gedaan knikt haar partner bevestigend. Terug in de hospitainer ga ik het gesprek met haar aan. Ze vertelt dat ze is gevlucht en vier jonge kinderen heeft. De jongste is twee. Ze is het contact met hen verloren. Ze huilt en draait haar hoofd weg. Ze wil weg uit dit kamp en hoopt dat wij haar daarbij kunnen helpen. Ik vraag haar waarom ze zichzelf met een mes heeft gesneden en verzorg de wond. Ze vertelt dat ze het zich niet meer herinnert. Het werd te druk in haar hoofd. Het was een onbewuste actie. Aan het eind van het gesprek check ik nogmaals of ik haar kan laten terugkeren naar haar tent. Gesprekken met de psycholoog worden opgestart.

Tijdens een andere shift spreek ik een man van rond de veertig. Hij vertelt dat hij de avond ervoor ook is geweest en dat de paracetamol niet heeft geholpen tegen de onrust die hij in zijn hoofd ervaart. Hij wilde andere, sterkere medicatie en absoluut geen psychologische ondersteuning. Naast luisteren, uitleg over het feit dat medicatie niet de oplossing is maar gesprekken handvatten en ruimte kunnen bieden om met de situatie om te gaan, kan ik hem niets bieden. De volgende ochtend komt hij, nadat hij ’s avonds ook nog twee keer door mijn collega’s is gezien, voor een verbandwissel. Hij vertelt en laat zien dat hij zijn arm en been met sigarettenpeuken heeft gebrandmerkt. Opnieuw geeft hij aan graag sterkere pijnstillers te willen zodat hij de onrust en pijn niet hoeft te voelen.

Dit zijn twee voorbeelden van de ervaren psychologische stress in deze uitzichtloze omstandigheden.
Wanhoop uit zich in suïcidaliteit. De psychologische hulpverleners van Stichting bootvluchteling zíen deze mensen en dragen zo bij aan compassie en menswaardigheid, waar dit verloren dreigt te gaan.